Pretparkland

I


Marlon stond gebogen over een lange tafel. Hij keek aandachtig naar een door kaars verlichte schets. Een gestalte sloop op hem af. Haar zwarte jurk was nauwelijks te onderscheiden van de invallende schemer. Ze hief haar linkerhand op en greep naar zijn hals. De houten vloer kraakte. Zonder zijn ogen van de schets af te keren, ving Marlon de hand af en begeleidde de aanvaller voorzichtig naar een stoel aan zijn zijde.

"Ha Aventura. Je komt als geroepen... wat vind je van mijn nieuwste plan?"

"Sinds wanneer heb jij ogen in je achterhoofd? Ik had nog wel een mistspreuk gezongen voor ik binnenkwam."

"Ja dat zag ik," zei hij lachend. "De kaarsen begonnen te flakkeren. En ik rook je parfum. Dat ook. Alsof de lente terugkeert."

"Ik heb niets op, charmeur."

"En ook al geen make-up nodig want van nature mooi. Je bent er maar mee gezegend, Aventura. Wil je iets drinken? Ik heb cider staan. Daar boven het vuur."

"Tovervrij?"

"Slechts één procent, dat kun je wel aan toch? Goed voor de huid. Gaat er van sprankelen."

"Deed ik toch al?"

"Hier krijg je een nog verfijndere gloed van. Het verwarmt van binnen. Maar zeg me eens, wat vind je van mijn schets? Het dorp heeft iets nieuws nodig."

"Een herberg? Je hebt er al zoveel staan in je stad..."

"Dorp. Klinkt lieflijker"

"Dorp met stadsmuren en een kasteel, het blijft wennen."


Marlon was een tovenaar uit een oud edel geslacht. Ooms en tantes noemden hem 'het zwarte schaap' van zijn familie. Wie gebruikte er zijn magie dan ook om een eigen pretpark te bouwen? Daar hadden de goden hen toch niet voor begenadigd? Ze waren op aarde om de mensen te beschermen tegen het kwaad, niet om vulgair vertier te brengen. En dan die heks waar hij bevriend mee was. Ongehoord! Een tovenaar zou dergelijke wezens op afstand moeten houden. Aventura kwam graag bij hem over de vloer. Bijna dagelijks. 


Marlon woonde in zijn eigen park, in een middeleeuwse kasteel. Alles was door hemzelf bedacht en gemaakt. Hij had het land in zeven provinciën gedeeld. In het midden was er 'Het Dorp,' waar gasten in herbergen konden slapen en eten. Ze konden zich in vakwerkhuizen verwonderen aan de oude ambachten, zoals ijzersmeden, glasblazen en het weven van tapijten. En op de pleinen was er vermaak met straattheater. Het was een levendig middeleeuws tafereel, maar dan netjes en schoon. Vanuit Het Dorp kon je door grote poorten naar de zes andere provinciën: 


  • De Oriënt, de wereld van duizend en een nachten. Een goudgele zandvlakte, schitterend in de zon, met tentenkampen, oases, een oosterse stad, en grotten waarin schatten ogenschijnlijk voor het grijpen lagen - maar wee degene die er zijn onreine handen naar uit stak. Je kon er met vliegende tapijten reizen of met karavanen mee.
  • Midwinterland, met zijn eeuwige sneeuw en hoge bergen. Het land waar het altijd kerst was, waar je de kerstman en zijn elfen in de sneeuwberg kon bezoeken. De bobbaan was een geliefde attractie. Kinderen waren niet weg te krijgen uit de speelgoedfabriek.
  • Jungle. Een oerwoud, waar je op avontuur kon, slingerend tussen woudreuzen, langs watervallen en maya-achtige ruïnes, Op zoek naar het verloren goud van de minder fortuinlijke ontdekkingsreizigers die je voor waren gegaan.
  • Oceanië, waar je op tientallen door bruggen verbonden eilandjes kon wegdromen in hangmatten tussen palmbomen op witte stranden. Dobberend op de altijd warme koraalrivier aan de voet van de vulkaan op het grootste eiland. Of op de bodem van de zee kon wandelen in de grote glazen tunnel tussen de riffen door, om zeemeerminnen te ontmoeten.
  • Het betoverde woud, waar de bosnimfen hun liederen zongen rondom Wodanseiken, maar dieper in het bos ook draken leefden. De darkride in de grotten van koning Oberon werd altijd druk bezocht. Je kon er dwergen aan het werk zien in de grotzalen, hun woonplaats immer verfraaiend onder het fonkelend licht van edelstenen.
  • En dan was er nog het land van ooit, het wilde westen, een onontgonnen reservaat waar later nog gebouwd kon worden.


"Wanneer komt er weer eens een echte nieuwe attractie?" vroeg Aventura. "Je kan onderhand elke dag van het jaar wel een andere herberg proberen in jouw 'dorp'."

"Kom maar kijken, er is net een jonkie in de kraamkamer bijgekomen."

"En dat vertel je me nu pas?" Aventura snelde de kamer uit, de trap af naar beneden en ging de kasteeltuinen in, op zoek naar de kassen. Marlon volgde haar met een rustige tred. Aventura opende de reusachtige glazen deuren. Het was er aangenaam warm. Grote kristallen in de nok verspreiden er een veelkleurig licht. Op lange tafels onder de bescherming van glazen koepels stonden allerlei miniatuurattracties. Sommigen net uitgekomen, anderen waren al wat groter gegroeid en een enkeling was al rijp genoeg om uitgezet te kunnen in de themarijken. Daar zouden ze verder tot wasdom komen.

"Deze? Oh wat is ze nog klein, wat een schatje. Wat is het? Het lijken wel... zijn dat geesten? Een spookslot! Ze schrikken nu eerder van mij dan andersom, die spookwelpen. Jullie moeten nog hard groeien jongens. Waar komt het te staan?"

"Als vervallen ruïne in het betoverde woud. Jungle heeft er al een, de verboden tempel. Dit exemplaar heeft een middeleeuws karakter. Ik ben nog in onderhandeling met de nimfen. Niemand wil het in zijn achtertuin. Stelletje NIMBYs"

"Flauw, maar jij bent toch de baas?"

"Jawel, maar ik moet ook iedereen tevreden zien te houden. Alleen zijn die nimfen behoorlijk veeleisend. High-maintenance volk. Kun jij niet een keer met ze praten?"

"Als in 'soort zoekt soort' zeker... Nou goed. Als ik er dan als eerste in mag straks."

Marlon verstijfde. Aventura keek hem vragend aan. Hij liep ineens van haar weg, naar een tafel die achteraan stond en boog zich over een van de glazen koepels.

"Heb ik iets verkeerds gezegd?" Ze liep achter hem aan en zag toen wat er aan de hand was. De draaimolen met drie verdiepingen, ze hadden haar de vorige keer nog bewonderd, was ziek. Er hing een vreemde mist in de glazen bol en de molen stond scheef.

"Weer een slachtoffer," riep Marlon uit. Hij hield zichzelf overeind door op de tafel te leunen.

"Och, arm ding," zei Aventura. En daarna fluisterend, meer voor zichzelf dan voor Marlon "zouden mijn tantes erachter zitten?"

Marlon zuchtte en staarde in de verte.


2


"Ben je nog steeds verdrietig?" vroeg Aventura. "Ik zie een wolk boven je hoofd. Oei, boos zelfs. Een bliksemschicht. Kijk maar uit, straks ontploft er nog iets."

"Wie of wat probeert mijn park te vergiftigen!? Ik kan het niet bevatten. De kraamkamer. Waar het nog jonkies zijn. Wat voor monster is tot zoiets in staat?" 

“Gelukkig is het kwaad nog niet in de provinciën doorgedrongen, Marlon. We vinden vast een oplossing. Kom, het park gaat bijna open, je moet aan de slag.”

“Ja, je hebt gelijk. Er is nog ander leven om naar om te zien. Je gaat mee hoop ik? Of moet je straks werken?” 

“De hele dag vrij.” 

“Fijn! De poorten moeten open en ik heb nog geen rondje gelopen. Er is weer heibel in de tent. De nimfen willen zich niet meer vertonen. Die irritante vlogger, Stoethaspel, was er gisteren weer. Over gif gesproken. Hij zette de nimfen ongevraagd op film terwijl ze in het bosven aan het badderen waren." 

"Daar mogen je bezoekers toch helemaal niet komen? Heeft hij nog geen parkverbod?" 

"Het zit er aan te komen, maar ik doe dat niet graag. Bovendien is hij al gestraft. Ze hebben hem het ven in getrokken," zei Marlon met een lach. "Met dure camera en al. Je had hem moeten zien afdruipen. En daarna opgejaagd door bostrollen. Heerlijk. Maarja, de nimfen zijn nog steeds verbolgen en willen zich voorlopig niet meer laten zien."

"Ik praat wel met ze. Arme vrouwen."

"Wedden dat hij dit uit gaat melken? Volgende vlog: 'mijn avontuur met de nimfen. Ik zat in bad met een nimf. Hoe ik het bos uitgejaagd werd door een reusachtige bostrol.' Walgelijk ventje. Oh wat haat ik die aandachtstrekkers."

"Heb je die nieuwe fansite al gezien trouwens? Een groepje is een encyclopedie begonnen over je park."

"Ja die is wel leuk. Handig, hoef ik het zelf niet meer te doen. Alleen wat bijsturen af en toe. Atlantis staat er nu ook op. Ze denken dat mijn onderwaterattractie een simulatie is. Met videoschermen. Het is een trein op een magnetisch veld en die raast door een glazen buis; langs het kasteel van Poseidon en dwars door de de verzonken stad. Ik ben de eerste met een echte hyperlooping, hoe vind je dat? En dan nog onderwater ook. Simulatie... ze hadden toch beter moeten weten. Ik doe daar niet aan. Alhoewel... misschien moet ik dat avontuur van die vlogger eens op een scherm projecteren. Als afschrikkend effect. Beetje dramatiseren. Stoethaspel the movie, in 5d."


Ze hadden het kasteel en dorpsplein inmiddels verlaten. De promenade voor de grote stadspoort, tussen oceanië en het betoverde woud, stond al vol met smachtende bezoekers. Voor de kleinere poorten die toegang naar de andere rijken gaven, hadden de verblijfsgasten zich verzameld. Marlon maakte een bezwerend gebaar. Hoog boven in de lucht verscheen een stralende gouden sleutel. Driemaal draaide ze, driemaal rammelden de poorten. Na de derde slag zwaaiden alle deuren open en stroomden de mensen het dorp en de provinciën in.


"Waarom staan er bij de poort naar winterwonderland toch altijd zo weinig mensen?" vroeg Aventura.

"Geen idee. Het is lente maarja, van mij mag het alle dagen kerst zijn. Ondankbaren. Weten ze niet hoeveel moeite het me gekost heeft om de Kerstman hier naartoe te krijgen? Vriendelijke baas hoor, maar nogal een wensenlijst. Hij wilde een exacte kopie van zijn ijspaleis in het hoge noorden. Zie maar eens een perfecte kerstboom van tien meter hoog te vinden voor in de huiskamergrot. De lichtjes moesten er sprankelen met precies de juiste warme tinten; ik heb uren lopen steggelen met zijn vrouw over intensiteit en kleur. Want die kan er ook wat van, mevrouw Klaas. Misschien zat zij wel achter zijn eisen. Het water in de thermaalbaden moest 40 graden zijn, zonder de aanliggende vloer van ijs te laten smelten. Vanuit de slaapkamer wilden ze uitzicht op de poolster hebben, en het raam van ijs moest net zo bol staan als thuis. Geen centimeter meer of minder uit het lood. De elfen en kabouters waren ook niet snel tevreden, maar die hebben hun nissen en holen zelf uitgehouwen in de ijsmuren. En dan nog zit de kerstman hier maar de helft van het jaar. Gelukkig is hij er wel in december en woont een deel van zijn volk hier permanent." 

"Al waren ze allemaal weg, het blijft een mooie omgeving. Dat je er binnen kan schaatsen tussen de kerstbomen door... En de bob blijft een fantastische attractie."

"Of de stoomtrein door het berglandschap, met uitzicht op het huis van La Befana, de kerstheks. Die laat zich overigens ook maar weinig zien. Kun jij niet eens met haar praten?"

"Al geprobeerd, maar ik tref haar nooit thuis. Het lijkt wel alsof ze zich verbergt. Er komt rook uit de schoorsteen, maar ze geeft geen gehoor als ik aanklop. Denkt zeker dat ik een ordinaire vlogger ben."

"Ben je toch ook? Met je Aventura pretparkkanaal op Glitter."

"Zei mijn grootste fan!"

"Ja ok, maar jij levert tenminste mooi werk af, honderd keer beter dan dat van Stoethaspel. Het gaat bij jou om de beelden zelf, je bent er niet op gebrand om in de schijnwerpers te staan. Hoewel je er mag zijn natuurlijk, we kijken graag naar je," dat laatste zei hij er snel achteraan.

"Net op tijd, Marlon."


Ze gingen een van de café's aan de rand van de stadsmuur binnen. Marlon liet zich nog een kop  koffie inschenken en dronk het in twee teugen leeg. Daarna liepen ze achter de bar naar een deur die toegang gaf tot een tunnel in de stadsmuur. Ze volgden de ondergrondse gang een tijdje en verlieten deze door een poort die uitkwam achter een grote wodanseik. Zo kon personeel ongehinderd op verschillende plaatsen in het park komen. De eik begon te brommen en trilde met zijn takken.

"Gaat het een beetje oudje?" zei Marlon.

"Last van berkenpollen, het begint weer," zei de eik met een krakende stem.

"Ocharme. Ik zal de lucht voor je zuiveren." Hij maakte een zwaaiend gebaar. Een ruisende wind kwam op. De boom sloeg een zucht van verlichting en wiegde met zijn enorme takken.

"Je komt voor de waternimfen zeker? Ik heb ze nog nooit zo boos gezien. God verhoedde dat die menswezens mij ook nog eens komen lastigvallen. Ze hebben deze uithoek nog niet ontdekt gelukkig." 

"Allicht, met dat drakennest vlak voor je voeten."

"Dat heeft de waternimfen anders ook niet geholpen."

"Ja dat is waar... ik zal de draak eens vragen hoe dat zit."


Ze liepen door naar een open plek met in het midden een grote heuvel. Uit een gat bovenin kwam rook. Ze bleven bij de enorme ingang staan. 

"Etna? Hoe gaat het met je? Alles wel?" vroeg Marlon.

Het bleef stil. Marlon en Aventura keken elkaar vragend aan. Ze gingen het hol in. De draak verborg haar ogen achter haar poten.  

"Etna? Etna... wat is er, waarom probeer je je te verbergen?" 

De draak haalde de poten weg. Ze keek Marlon heel even aan en liet haar blik vervolgens op Aventura rusten. 

"Ik ben geen goede draak meer. Mijn vuur is op. Ik maak alleen nog maar rook."

Aventura snelde ineens naar voren. Ze pakte een flesje op. "Wat is dit... Wie heeft je dat gegeven?"

"Gevonden bij Roodkapje. "

"Gevonden?"

"Nouja het zat in haar mandje, en toen ze me zag ineens niet meer." 

"Draak!" 

"Ik mag toch ook wel eens wat?"

"Dat was hoestdrank!" zei Aventura. "En dat is niet voor draken! Nooit meer doen! Over een paar dagen zal je wel weer vuur kunnen spuwen. Dan kun je het bosven weer bewaken."

"En koekjes? Die had ze ook voor me achtergelaten."

"Achtergelaten... Nee ook geen koekjes meer voor jou. Gedraag je eens als een echte draak. Vanwaar ineens al die zoetigheden? Wacht eens even, het zal toch niet?" Aventura liep op de draak toe en wreef over haar enorme buik. "Je krijgt er binnenkort een paar nieuwe wachters bij, Marlon. Gefeliciteerd Etna!"

"Handig die kennis van jou over magische dieren," zei Marlon. "Drakenbabies.... Fantastisch! Extra bewaking tegen Stoethaspel."

"Mag ik die vlogger wel eten?" vroeg Etna.

"Nee draak," zei Aventura. "Marlon, grijns niet zo!"

"Kom, we gaan het goede nieuws aan de nimfen vertellen." 



3



"Ha Aventura, ik heb je gemist de afgelopen dagen!"

"Hoe is het met de draak? Zijn ze er al?"

"Nee, er is nog niets gebeurd. Geen idee ook hoe lang zo iets duurt."

"Ik moest werken bij mijn tante."

"Arme ziel. Waarom kom je hier niet wonen en helpen?"

"Iets met bloedband. En moord en brandgevaar. Ze vliegen me nu al naar de nek als ik te enthousiast over jou ben. De grote concurrent."

"Hexwelt doet het anders ook goed toch? Niet bepaald mijn ding, maar ze krijgen veel bezoekers. Met Halloween zelfs meer dan ik."

"Het is hier mooier. Meer charme en rust. Wij hebben vooral spannende attracties, veel snelle coasters enzo. Maar alles staat kriskras door elkaar. Het is een overdaad aan prikkels. Onze bezoekers zijn helemaal op aan het einde van de dag. En toch komen ze steeds weer terug. Er zit iets verslavends in. Het lijkt wel een soort drugs. Soms vraag ik me af het wel goed voor ze is, maarja ze doen het zichzelf aan. Toch? Als ze er niet gelukkig van werden, zouden ze het niet doen. Hoop ik."

Marlon staarde in het vuur. "Ik weet nog steeds niet hoe dat gif in mijn park heeft kunnen komen."

Aventura beet op haar lip. "Je verdenkt mijn tantes hè? Ik snap het wel. MIstral zou er toe in staat zijn. Voor mij is ze aardig, maar ze gaat over de lijken van anderen."

"Ik ga je niet vragen te spioneren hoor. Familie is heilig. Ik zal het zelf moeten uitzoeken. Ben er ook al mee bezig, maar zal je er verder niet mee lastig vallen. Misschien beter dat je er niets van weet. Laten we er over ophouden. Ga je mee het park in? Vrouw Holle verzocht me langs te komen."

"Hoe gaan we?"

"Met de ondergrondse, dat is het snelst."


De ondergrondse was een mijntrein waarvan het spoor als een karrenwiel onder het park lag. Je kon er stations in elk parkdeel mee bereiken. De grotten waar je doorheen reed, waren gethematiseerd naar de bovenliggende delen. Onder Dorp was een tweede stad uitgehouwen met huizen, café's en pleinen en er waren opslagplaatsen die uitpuilden met drank en voedsel. Onder Midwinterland kwam je in ijsgrotten terecht waar alles fonkelde en glitterde van de kerstversiering. 


Marlon en Aventura stapten uit op het Noordpoolstation. De vloer van het platform ging in zijn geheel omhoog en bracht hen aan de voet van de Winterberg. Ze stapten over op de stoomtrein die zich in kronkels omhoog slingerde. Halverwege de top gingen ze te voet verder, langs een bergdorpje, watervallen en alpenweiden. Het huis van Vrouw Holle lag op een hoog plateau, tegen een overhangende bergwand aan.

"Geen sneeuw aan deze zijde van de Winterberg?" Vroeg Aventura ontzet. 


De deur van het huisje stond al open. Een oude vrouw met een veelkleurige jurk en een witte hoofddoek wachtte hen op. Ze leunde tegen de muur aan. Ze wenkte haar gasten naar binnen, 

maar lachte niet. 


"Vrouwe Hulda. U wilde ons graag zien?"

Vrouw Holle knikte en liet haar gasten op een bank plaatsnemen voor de schouw. Er stond een ketel op het vuur. "Willen jullie wat te drinken? Ik zal zelf wat moeten maken. Mijn helper is ziek. Ik kom handen te kort, kan niet eens meer voor dagelijkse sneeuw zorgen." Ze schonk heet water uit de ketel in twee grote koppen en deed er kruiden bij.

"Wat heeft de arme Lisa? Kunnen wij helpen?" vroeg Aventura.

Vrouw Holle keek venijnig. "Die lelijke heks is langs geweest. Ik heb haar weg zien sluipen. Ze zou gebonden moeten zijn aan de grenzen van het Betoverde Woud. Kun je haar geen kasteelarrest geven? Ik vermoed dat ze Lisa een giftige appel gegeven heeft. Het arme kind is diep in slaap. Wat nu, een prins langsturen? Zo'n adelijke sukkel die niets anders kan dan mooi zitten te wezen? In mijn huis?"

"Hulda, wat heb je nu weer gedaan!? Je hebt haar ongetwijfeld uitgelokt.”

“Ik? Als ik al iets gedaan zou hebben, verdiende ze het en is het jouw schuld. Waarom heb je die ijdeltuit überhaupt in je park toegelaten? Met d'r 'ik ben de mooiste van het land.' Mocht ze willen, de lelijke feeks. Nou misschien ben ik een tijdje geleden wel naar haar kasteel gegaan ja, en ben ik achter de muur gaan staan waar haar spiegeltje aan de wand hangt. En heb ik haar gezegd dat ze lelijk was als de nacht."

"Ik zal de kikkerprins vragen langs te komen," verzuchtte Marlon.

"Gezellig, die blaaskwaak. Zeg hem zijn voeten te drogen op mijn mat voordat hij binnengaat. En zijn gouden bal mag ie thuislaten. Moet ik die straks nog zoeken ook als he van de berg afrolt. Oh hier hebben jullie de thee nog. Drink het maar snel op voordat het koud wordt. Ik moet zo ook weer aan de slag. Wat moet ik toch zonder Lisa..." zei ze met een gepijnigd gezicht.


"Er is altijd wel wat in jouw park hè?" zei Aventura toen ze weer buiten stonden. Ze namen de bergtrein naar de top om met de bobslee weer naar beneden te gaan.

"Heb je wel eens een dag vrij? En wie neemt het dan over?"

"Jaren geleden ben ik er wel eens tussenuit geweest. Een paar dagen voor een tovenaarscongres. Doe ik nooit meer. Het was een grote chaos toen ik terugkwam. Bijna burgeroorlog. Die sprookjesfiguren slaan elkaar de tent uit als ze te dicht op elkaar komen."

"Schatjes." 

"Gek dat wij nooit ruzie hebben eigenlijk."

"Beetje saai, misschien moeten we in relatietherapie, om ruzie te leren maken."

"Alsjeblieft niet. De koude oorlog met mijn eigen familie is al vervelend genoeg."

"En dan zijn ze bij jou nog enigszins beschaafd. Ze voelen zich wel verheven boven het gewone volk maar proberen ze ook te helpen. Mijn familie zaait dood en verderf. Er zijn er zelfs die op kinderen jagen."

"En dan heeft jouw tante een pretpark? Hoe dan!"

"Voor eigen vermaak en gewin. Niet voor een gedeelde passie."

"Als er maar geen kinderen verdwijnen daar."

Aventura kruiste haar vingers en zei verder niets. 



4



Aventura was nog diep in slaap toen haar wekker afging. Het had de vorm van een gouden appel met daarop een lint 'voor de schoonste van het land.' Een cadeau van Marlon. Het zong elke ochtend een liedje en nam afspraken door. "Opstaan schoonheid, een nieuwe ochtend is aangebroken. Kom zonnetje, ga de wereld stralend tegemoet. Maak haar een beetje mooier elke dag. Moet geen probleem zijn, met jouw verschijning en talent. Om tien uur heb je trouwens een gesprek met Mistral. Over je toekomst in het park."

"Oh dat was vandaag ja, oh god..." 


Mistral was de tante van Aventura. Ze was het hoofd van de familie en eigenaresse van Hexwelt. 

Aventura stond gebogen voor de spiegel. Ze rechtte haar rug en dwong zichzelf aan te kijken. "Kom op, Aventura, het is Mistral maar. Ze ziet iets in je, je hebt een toekomst hier. Als ze maar niet te veel ziet..." 


Mistral had een doordringende blik. Haar zwarte ogen leken te gloeien, je voelde het prikken als ze je aankeek. Alsof ze je ziel binnendrong. Ze was niet groot of imposant gebouwd. Tenger zelfs en ze had een fijn getekend gezicht. Maar ze bezat een vreemde, strenge energie, alsof er een dun laagje vuur over haar huid heen danste. Haar stem had een vreemd contrast met haar vurige uitstraling en donkerrood vlammend haar: zangerig zoet, bezwerend. Ze hoefde niet hard te spreken om haar zin te krijgen, was blinde gehoorzaamheid gewend.


Mistral had vandaag een donkerblauwe jurk aan met een zwarte riem. Ze droeg een zwarte baret en had zwarte fluwelen handschoenen. Een mooie vrouw met een zwarte ziel. 

"Aventura, lieveling. Precies op tijd. Ga zitten mooi kind, wij hebben wat te bespreken."

Ze begeleidde Aventura naar de zithoek in haar kantoor, bij een haard, met uitzicht over het park. Ze gaf haar een kop thee waar sterretjes van afschoten.

"Ze kunnen geen kwaad hoor. Voor jou niet tenminste." Op haar gelaat en handen speelden kleine vlammetjes toen ze dat zei." Het is mijn nieuwste ontwerp. Sterretjesthee."

"Durven ze dat wel te drinken, de mensen?"

"Het loopt storm. Verkoopt nu al beter dan onze oude toverdrank en de heksensoep. Ze denken dat het een helende werking heeft." Ze glimlachte toen ze dat zei en haar haar kreeg een diepe gloed. "'Gebotteld met het licht van duizend sterren en mineralen van meteorieten. Het zuivert lichaam en geest, laat je herboren worden.' Of zoiets." ze maakte een nonchalant gebaar met haar hand in de lucht.

"Maar wat doet het echt?" vroeg Aventura.

"Oh in het begin nog niet zoveel. Het maakt zwakkere zielen verslaafd. En na een tijdje... nouja daar hoef jij je niet druk over te maken. Ik wil de thee ook buiten ons park op de markt brengen. Daarvoor heb ik Feodora op het oog. Maar dan heb ik iemand anders nodig die het management van haar parkdeel overneemt. Een bekwaam, intelligent persoon."

"Van Drakenland?"

"Leek me echt iets voor jou, je houdt van draken toch? En je bent net achttien geworden. Het is tijd voor een nieuwe stap.”


Aventura kreeg grote ogen. Drakenland was in haar ogen het mooiste gebied van Hexwelt. Ze had er zelf de tekeningen voor gemaakt toen ze nog een kind was. Ze had een land vol contrasten verzonnen. Er waren vulkanen waar draken hun holen hadden tussen de lavastromen. Maar in het dal tussen de hoogste bergen lag een lieftallig middeleeuws dorp, omgeven door groen. Een kasteel met drakenridders moesten de dorpelingen beschermen tegen het gevaar van boven. Haar tante vond de dreiging prachtig. Parkbezoekers konden op eigen risico meedoen in de strijd tegen de draken. Onder leiding van gidsen mochten ze op zoek gaan naar gevangenen in het grottencomplex. Wie zou de koningsdochter bevrijden? Er waren diverse thrillrides. Dragonflight, waar je onder de vleugels van een draak een duik in een spiraal naar beneden maakte (een soort zweefmolen die via een sterk hellende kabelbaan langs de bergwand afdaalde); Lava, waar je in een mijnwagen rotsblokken en stromend magma voor moest zien te blijven; Krater waar je in een vrije val in de krater een reis door de drakenstad maakte. 

Ze had ze allemaal zelf bedacht, en nu mocht ze er zelf de scepter zwaaien. Met een kantoor in het kasteel, net als Marlon.

"Mag ik ook een appartement, in dat kasteel?" zei ze met grote ogen.

"Natuurlijk kind, de torenkamer is voor jou. Met haard en al."

"Ik ga meteen verhuizen!" riep ze enthousiast en ze rende naar haar oude kamer.

Magistral kreeg weer een rode gloed over haar huid.


Aventura had de deur achter zich dicht gedaan. Vanuit een ander vertrek kwam Feodora binnen. 

"Wat denk je? Kunnen we nog voorkomen dat ze de overstap naar de lichte zijde maakt? 

Wat te doen met Marlon? Die heeft een slechte invloed op haar."

"Ze deelt ons bloed zuster. Ze is nog jong, zoekende. Ze zal zich bij tijd en wijle tegen ons keren, dat hoort bij volwassen worden; maar uiteindelijk komt ze toch weer bij ons terug. Laat Marlon intussen maar denken dat het een goede vriendin is. Daar kunnen we ons voordeel mee doen."

"Ik krijg soms de indruk dat ze sympathie voelt voor mensen. Ik kan de schijn van vriendelijkheid goed ophouden, maar bij haar lijkt het soms gemeend." 

"Ze is nog wat ongeremd in haar emoties ja. We zullen onze ruwe diamant wat moeten bijslijpen. Liefde voor de clan, daarbuiten past koude onverschilligheid." 

"En als het niet lukt?"

De vlammetjes op Magistral's huid doofden uit. "Dan gaat ze haar moeder achterna." 



5


"Ha Aventura, fijn dat je er weer bent. Ik wilde net gaan ontbijten,” zei Marlon. “Kom zitten. Wil je ook een eitje? En thee?" Hij schoof een stoel naar achteren en liet Aventura plaats nemen aan de tafel in de ontbijtzaal. Daarna ging hij de keuken in.

"Toch gek, een kasteel zonder lakei," riep Aventura hem achterna.

"Heb jij die wel in jouw paleis? Lijkt me maar niets als de muren ogen hebben. Ik heb ze ook niet nodig trouwens.” Hij knipte met zijn vingers en het vuur onder de ketel flitste aan. Even later liet hij het water door een beweging van zijn hand door de lucht naar een kopje zweven en met zijn ander hand dirigeerde hij twee eieren de ketel in.

"Een kleine hofhouding aan personeel, maar alleen overdag. En ze mogen niet in mijn eigen toren komen. Hmm,  zo lekker als hier krijgen ze de eitjes overigens niet gekookt. Hoe doe je dat toch?"

"Geheim van de smid."

"Tovenaar."

"Hoe is het in Hexwelt?"

"Fantastisch. Mijn nieuwe werkplek bedoel ik. Mijn torenkamer heeft uitzicht op twee werelden, dieper in het dal het middeleeuws dorpje in al zijn rust, hogerop aan de ander kant de gloeiende vulkanen waar de draken wonen. Het verveelt nooit. Nouja, bijna nooit. Eerlijk gezegd begon ik jouw park wel te missen." 

"Altijd welkom. Verandering van spijs doet eten, zei mijn oma altijd. Of was het nu verandering van attracties doet leven? Nouja je begrijpt me wel.”

"En hoe gaat het hier? Is er nog nieuws?"

"Het spookslot is hard gegroeid. Ik heb het in het Betoverde Woud geplant. Ze kan daar nu zelfstandig verder groeien. Nog veel te klein om in te gaan natuurlijk, maar je kunt  al makkelijker door de ramen gluren. We kunnen straks wel even gaan kijken. De draakjes zijn uitgekomen, die wil je vast graag zien!"

"Oh geweldig, laten we gaan!” Aventura was meteen opgestaan, haar theekopje zat nog halfvol.

"Maar er is ook trammelant in de Elfenvallei. Zullen we dat eerst oplossen? Doen we daarna de leukere dingen. Het ligt toch in de buurt.”

"Wie hebben er nu weer ruzie?"

"De prinses heeft weer eens last van buien en alle elfen hebben er last van. Het is een gevoelig volkje. Een soort van bijenkolonie. Als de koninklijke familie zucht, slaat de hele groep op hol.

De vallei is nu gesloten. Ik kan mijn bezoekers natuurlijk geen treurige elfen laten zien."

"Waarom niet? Wel zo eerlijk toch? Dat ze kunnen zien dat je elfen ook wel eens een slechte dag hebben?"

"Ha, ze moesten eens weten hoe humeurig mijn bewoners kunnen zijn. Ik bescherm mijn bezoekers daar liever tegen. Het zou wat zijn als ik dat liet woekeren. Onze fans komen hier toch niet om huilende of boze sprookjesbewoners te zien? Ik zou het op de gesloten toegangsborden kunnen vermelden... maarja... Elfentuin dicht wegens chagrijnige prinses... Vrouw Holle niet toegankelijk vanwege ruzie met andere heks... Vervloekte tempel niet open vanwege spook met angststoornis... Ik zou er mooi opstaan."

"Als jij het niet doet, dan de vloggers wel. Stoethaspel bijvoorbeeld. Heeft die nog wat van zich laten horen de laatste tijd?"

"Niet na zijn laatste vlog over Hexwelt."

"Oei. Hoop niet dat hij te kritisch was. Anders moet ik me nog zorgen gaan maken."

"Om Stoethaspel? Ja ok de toorn van je tante verdient zelfs hij niet."


Ze waren ondertussen in het Betoverde Woud aangekomen. Ze liepen langs een meanderende beek. Aan weerszijden werd het land steeds hoger. Ze bevonden zich nu in een diepe kloof. De rotswanden gingen schuil achter een bloementapijt. Er zaten overal holen in, niet zomaar gaten maar mooi afgewerkte bedstedes. Stenen bruggen verbonden beide kanten van de vallei. Bezoekers konden alleen onderlangs lopen, op het pad naast de rivier. Marlon en Aventura stopten bij een in de rotswand verborgen deur. Marlon maakte een bezwerend gebaar en de deur zwaaide open. Ze namen de wenteltrap omhoog, kwamen op een brug uit en liepen kriskras via andere bruggen door de vallei tot ze op het hoogste punt in het midden waren beland. Hier was in de wand een paleis uitgehouwen. De elfen die ze onderweg tegenkwamen maakten een neerslachtige indruk. Ze zaten met gekromde ruggen in hun holen, sommigen hadden de armen over de knieën en bij de waterval stonden groepjes te huilen.


Ze stapten de veranda op. De paleiswachten maakten een buiging en lieten Marlon meteen door. Hun strenge gezichten kregen even een vrolijke glans. De redder was gekomen. De enige die de koninklijke familie tot bedaren kon brengen. 


Waar de meeste holen in de vallei maar klein waren, was het kasteel enorm van opzet.  Marlon hoefde niet te bukken om door de poort te gaan en in de troonzaal kon hij ongehinderd lopen. Feria, de koningsdochter, zat op een elfenbank achterin de zaal. Ze was lichtbruin van kleur, had donkere ogen en zwart krullend haar. Haar familie kwam uit Andalusia. Ze keek Marlon boos aan. Aventura moest ongewild aan Magistral denken. Wat een temperament. De zon stak er flets bij af. Feria sprong van haar bank, stond kaarsrecht met haar handen in de zij. Marlon probeerde een glimlach te onderdrukken.

Hij maakte een buiging. "Princesa. Welk ondragelijk onrecht is u aangedaan en hoe kan uw nederige dienaar het goedmaken."  

Feria knikte goedkeurend. "Het zijn duistere tijden Marlon. Het akelig incident vond gisteren plaats. Bij de waterval, waar ik onbezorgd dacht te kunnen zwemmen. Ik liep naar het midden van de bron..”  ze liep een paar stappen naar voren. “De goud- en zilvervissen zwommen met een ereboog om mij heen…” met haar handen deed ze de beweging van de vissen na. “Paradijsvogels zongen hun lied voor mij. De zon straalde op mijn gezicht. Alles was zoals het hoorde. En toen kwam hij, die hier niets te zoeken had. Waarom kwam hij hier Marlon? In ons elfenparadijs? En natuurlijk kon hij zijn grote mond weer eens niet houden.”

“Oh god wat erg” zei Marlon met gespeeld gevoel voor drama. “Wat heeft die nare kabouter nu weer gezegd?” Aventura volgde het gesprek met een verbaasd gezicht. 

“Hij stond daar met zijn lompe voeten aan de oever. Met een teen zelfs in het water. Ik voelde zijn ogen in mijn rug prikken. Hij zat gewoon naar me te kijken, de ellendeling. En toen zei hij het. dat…dat...” ze draaide haar hoofd weg van Marlon en keek naar de grond... “dat … mijn achterkant hem deed denken aan een waggelend eendje. Een eend! Een waggelende! Geen jonge mooie zwaan, maar een vals snaterende eend."

Marlon deed een stap achteruit van schrik. "De brutaliteit. Ik zal hem laten opsluiten in de grotten van Oberon. En hij mag er pas uit als hij duizend maal boete heeft gedaan en gezworen heeft nooit meer dat soort vreselijke dingen te zeggen."

Feria knikte tevreden

"Niet netjes van die kabouter en ook niet waar," zei Aventura, die  haar mondhoeken strak in de plooi wist te houden, maar haar ogen schitterden. "Ik zou daar ook van streek van raken. Denk ik.”

“Precies," zei Marlon, het is niet waar. We zullen hem dat meegeven, dat je een elf en zeker een koninklijke geen leugens naar de voeten moet gooien. Er zijn geen eens eenden in de elfenvallei. laat staan waggelende. Hier wonen slechts oogstrelend mooie wezens. Elegante van voor tot achter om zo maar te zeggen."

Feria begon te stralen en met haar de hofhouding en via de hofhouding de wachten buiten en via de wachten buiten het hele elfenvolk. Alles was weer goed. Marlon en Aventura namen met een buiging afscheid.


"Moeten we nu echt langs die kabouter?" vroeg Aventura.

"Ach ik moet sowieso weer eens langs de grotten van Oberon. Binnenkort hebben we een jaargesprek. Ik zal het dan ook maar over zijn zoon hebben. Het arme kereltje is verliefd. Maar dat gaat nooit wat worden natuurlijk. Met een elf. Misschien kan Oberon hem afleiden met een leuk kaboutermeisje. Om de zoveel tijd slaat de hele elfenkolonie op hol, dat moet wel een keer stoppen."

"Jij hebt jaargesprekken met je bewoners? Het zijn geen werknemers toch?"

"Goddank niet, straks gaan ze zich nog verenigen in vakbonden. Krijg ik opstanden enzo. 

Toch hoor ik graag wat er speelt, of ze nog tevreden zijn."

"Ik zie Magistral al voor me als ik dat voorstel. Jaargesprekken met mijn draken."

"Draken doe ik om de tien jaar," zei Marlon serieus. Aventura kon een glimlach niet onderdrukken. 


Ze waren inmiddels de vallei uit en liepen verder het Betoverde Woud in. Het pad dat ze volgden, kronkelde langs verschillende sprookjes. Een kiezelspoor leidde hen naar het heksenhuis van Hans en Grietje. Daarachter lag een sluiproute die aan weerszijden vol met bloemen stond, en deze eindigde bij de grootmoeder van Roodkapje. Ze hoorden wolvengehuil. Iemand rende hen tegemoet. Roodkapje stoof Marlon bijna omver.

"Kom gauw, Marlon! Die idiote wolf zit klem in de put achter oma's huis. Teveel honing gegeten, op de rand gaan zitten en toen kukelde die sukkel achterover."

"Alweer? wat een figuur!"

 "Ja wat verwacht je nou van een vegetarische wolf? Win je de oorlog niet mee he. Kom nou, oma maakt zich zorgen."

Ze renden met Roodkapje mee terug naar grootmoeders huis. Marlon maakte een bezwerend gebaar boven de put en de wolf zweefde omhoog. Hij was compleet doorweekt. De wolf rilde, schudde zich uit, stak zijn hoofd omhoog en huilde.

"Geen water meer voor jou uit de put wolf. Je kunt net als de drie beren toch gewoon uit het ven gaan drinken? En had je netjes om die honing gevraagd of heb je het weer gestolen? De bijen zullen vast van streek zijn. Kom Aventura, we moeten onmiddellijk naar de bijenkorf. Dat is wel het laatste wat ik nu kan gebruiken. Een woedende zwerm bijen in mijn park."


Ze gingen dieper het woud in. Midden in een open plek stond een gigantische korf. Bijen zo groot als handen bezochten de reusachtige bloemen in het veld en brachten de nectar naar honingraten in de korf. Andere werksters vulden potjes met uitgerijpte honing op tafels in het gras. Het bijennest had op een halve meter hoogte een luik. ‘Vertel het de bijen' stond er boven. De queen bee wilde van alle belangrijke gebeurtenissen in het park op de hoogte worden gesteld. In ruil gaf ze honing. Maar owee als je niets te vertellen had, of een leugen de wereld in bracht. Ze stuurde er wachters op uit om het verhaal te controleren en bijensoldaten naar de boodschapper als het onwaar gebleken was. De wolf was al zo vaak gestoken dat hij niet eens meer de moeite deed om een verhaal te verzinnen. Als de drang hem te groot werd, nam hij de honing 's nachts stiekem mee. Wat dom was, want er waren vele dieren die het hem zagen doen en zij vertelden het de bijen natuurlijk direct om honing te verdienen.


Marlon had een bataljon aan bijen verwacht, klaar om uit te vliegen en de wolf te straffen. Het was er echter compleet stil. In het veld hoorde je niets zoemen en waar het in de korf normaal van geruchten gonsde, heerste nu een akelige rust. Marlon liep snel naar het luik en riep de naam van de bijenkoningin, hare majesteit Bijatrix van Horanje. Een zacht laag gebrom kwam op. 

"We zijn in gevaar Marlon. Er heeft zich iets genesteld in het Wilde Westen en het voelt niet goed. De wilderlingen hebben mij gisteren gewaarschuwd.”

Het Land van Ooit lag ver van Het Dorp en was onmetelijk groot. Marlon kwam er niet vaak, liet het aan zichzelf over, als een soort experiment. Er was geen plan, er waren geen grote wegen en geen voorzieningen voor hongerige of dorstige wandelaars; het was een gebied met een eigen leven. Parkbezoekers konden er niet komen; avontuurlijke inwoners van het park konden de grenzen wel oversteken, maar er waren er niet veel die dat aandurfden. De inwoners van West op hun beurt vreesden het meer beschaafde Oosten. De wilderlingen waren oermensen die diep in de  beboste gebieden van Ooit leefden. Verkenners kwamen wel eens aan de rand en hadden contact met het bijenvolk. 

"De grote woudrivier is zwartgekleurd, de planten aan de oever verdorren en de dieren die ervan drinken blijven gekluisterd aan de grond staan. Ze staren wezenloos voor zich, uit alsof de ziel zich heeft losgemaakt. Het water sijpelt over in onze kreken. Mijn bijen zijn er op uitgevlogen om te kijken waar het begint en eindigt. We zijn in gevaar Marlon."


Marlon zei lange tijd niets. Aventura bedankte de bijenkoningin en trok Marlon aan zijn arm. "Kom Marlon, hier blijven staan gaat ons niet helpen. Laten we zelf gaan kijken."

Marlon leek wakker te schrikken. "Dat is nu precies het probleem, ik kan daar niets. Ik heb dat gebied complete vrijheid geschonken. Geen bemoeienis van mijn kant. De magie moet daar zelf zijn werk doen. Ik weet niet wat er gebeurt als ik ingrijp, of ik teveel overhoop haal."

"Maar het land is ziek. En het gif loop over naar de rest van het park. Straks veranderen al je bewoners in lethargische poppen. Wil je dat dan?”

"Nee natuurlijk niet, ik zal er voor moeten zorgen dat het stopt bij de grens. Maar West zal zichzelf moeten genezen."

"En wat als ze dat niet kunnen? En wat als het kwaad daar niet is ontstaan maar gebracht?"

"Er is toch niemand die daarin durft? Mistral hooguit. Mistral… het zal toch niet?"


[Wordt vervolgd]